Eén van de meest krachtige verbeeldingen van de pose van het alfa-mannetje is te vinden in de film American Psycho.Patrick Bateman (gespeeld door Christian Bale) nodigt twee prostitueesuit in zijn dure appartement. Hij houdt een uitvoerige monoloog over demuziek van de band Genesis en over popzanger Phil Collins. Zo zegt hij over Genesis:‘”Invisible touch” is onbetwist het beste nummer van de band. Het iseen epische meditatie over onaantastbaarheid.’ en geeft de twee vrouwenvervolgens aanwijzingen over hoe ze zich moeten opstellen. Hij laat deprostituees seksuele handelingen met elkaar uitvoeren en voegt zichdaarna zelf bij het tweetal. Naast het bed plaatst hij een videocameraen neemt de hele, volledig door hem geregisseerde gebeurtenis op. Aanweerszijden van het bed staan twee grote spiegels waarin hij –zichzelfbewonderend- zijn spierballen laat zien en bodybuilder-poses uitvoertterwijl hij de dames in verschillende dominante standjes ‘neemt’. Tegenéén van de vrouwen zegt hij: ‘kijk in de camera!’.
Natuurlijk gaat het hier om een absurde scène waarin de filmmakermet veel overdrijving duidelijk wilde maken wat voor gestoorde narcistde hoofdfiguur (de ‘american psycho’) uiteindelijk is. Onderwerp ishier dan ook niet de seks, maar het ego van de yup Patrick Bateman. Deseksuele handelingen zijn in het geheel niet erotisch in beeldgebracht, het gaat hier dan ook niet om seks, maar slechts om de ‘pose’van seks. Seks gedacht als dominantie, als macht, als status en nietals een gevoel waarvan je kan genieten. Bateman wil zelf de hoofdrolspelen in een pornofilm, hij wil aan de kijker van de film (‘debuitenwereld’) duidelijk maken dat hij de koning is, de macho, diestoer twee vrouwen tegelijkertijd kan nemen. Wie die buitenwereldprecies is, is niet duidelijk. Maar uit de rest van de film blijkt datBateman vooral status wil ten opzichte van andere mannen.
Hoe extreem en karikaturaal deze scène ook is, dit macho-gedrag isnatuurlijk in een wat afgezwakte vorm in veel mannenculturen aanwezig.Extreme vormen ervan kun je terugvinden in de teksten en video’s vanrapmuziek, zoals het nummer ‘Ballen tot we vallen ‘van de groep THC:
‘Okee, kom in de tent, je weet wie ik ben
Arbijan, de man, met ballen, opvallende vent
Tanga’s ik wenk ze
Ben voor hun nog onbekend, maar binnenkort, ben ik de fucking rappresident’
‘Eey eey chuck, check die baka, die tanga met die planga, ik moet die tanga vangen, ik moet die tanga ballen
Mijn god, deze chick is te fucking hot, wat een kapsones ho’ volgens mij is ze pot
Kijk die tanga oog vallen, met die dubbel d ballen, wat een wereldcup, ik schiet hem helemaal stuk
Met een beetje geluk eet ik vanavond tuk, brada, ik krijg het nog druk, ik neem der mee naar m’n hut’ (enz enz)
Wat opvalt is de verbinding die wordt gemaakt tussen, seks, vrouwenen status. De zelfbenoemde pimps van de hiphop grijpen terug op eendiscours waarin status en eer belangrijk zijn en die status krijg jeals je met veel vrouwen seks hebt. Seks is hier niet het uitgangspunt,maar is iets wat je moet doen om status te verkrijgen. ‘Ballen tot wevallen’ is geen lofzang op de seksualiteit, maar een lofzang op demacho die doet wat andere mannen van hem verwachten, waar anderenmannen (in werkelijkheid en denkbeeldig) tegen opkijken. Namelijkneuken. Het liefst met zoveel mogelijk vrouwen. Nog iets dat opvalt isdat andere gevoelens dan de ego-kick onbesproken blijven. Dat geldtvoor de vrouwen die het object zijn van het ‘gebal’. Maar ook de eigenlustgevoelens worden op een hele afstandelijke manier besproken. Het isalsof er in de mannen eigenlijk twee mannen zitten: eentje dieopgewonden is en de seks beleeft. De ander die daarnaar kijkt en er metveel bravoure over vertelt. Die de belevenis giet in een vertelvorm diebegrijpelijk, acceptabel en vooral stoer is voor zijn maten. En daarbijde eerste man, de voelende man, buiten schot laat.
Die manier van praten over seks blijft niet beperkt tot het getto oftot de (al of niet allochtone) onderklasse. Ik geloof dat dieafstandelijkheid in het spreken over gevoel en in het bijzonder overseks voor veel mannen en in mindere mate ook voor vrouwen herkenbaaris. Ik vermoed dat er veel mannen zijn die wel eens een overheersendgevoel van ‘trots’ gevoeld hebben bij hun zoveelste verovering die het‘genot’ van de daad zelf volledig in de schaduw stelde. Mannen die hetaantal vrouwen waarmee ze het bed gedeeld hebben tellen en daaroveropscheppen bij hun vrienden. Ik geloof dat veel mannen de afstandelijkemanier van spreken over seks met hun vrienden herkennen, áls ze al overhet onderwerp spreken.
Want het is gemakkelijker om seksualiteit in getallen te vangen danin gevoel. Het is gemakkelijker om het te maken tot een ego-ding, danje bewust te zijn van je eigen seksuele verlangens. Vaak is het dan ookdat als mannen wél over seks schrijven, ze dat gevoel als geheelexternaliseren. Neem Tommy Wieringa in zijn pamflet De dynamica van begeerte.Verlangen is hier een verslaving, een last waartegen je moet vechten.De hoofdpersoon in het essay van Wieringa is bang voor zijn eigenseksualiteit, bang voor de ‘leegte’ die daarachter ligt. Na het bezoekaan een porno-feest beschrijft de ik-figuur het als volgt:
‘Ik had de uiterste grens van mijn begeertes opgezocht, ik had zezonder veel terughoudendheid vervuld, mijn zenuwen verdoofd metoverprikkeling, en nu viel ik. De kleine dood was de voorafschaduwingvan de grote, ik had achter de begeerte gekeken en het Niets gezien.Afgrijselijk, afgrijselijk.’ En verderop: ‘De god van de seksualiteitlacht naar je – met de grijns van een doodskop.’
Het heroïsche gevecht tussen de eenzame man en zijn libido. Maarwaarom noemt hij de vrouwen niet waarmee hij vree? Waarom vertelt hijniet wat voor interactie er was tussen hem en de vrouwen? Dat zou je ineen artikel over begeerte verwachten. Maar alle vrouwen zijninwisselbare objecten, er is alleen de man en zijn begeerte endaarachter een onpeilbaar Niets. Bij Wieringa is de begeerte, de lusteen vaststaand gegeven, die af en toe oplaait bij een willekeurigevrouw.
Ook bij filosoof Jos de Mul, die vorig jaar een stuk in De Volkskrantschreef over seks, gaat het om een externe macht. ‘Seks is subliem.Subliem noemen wij krachten die ons door hun onbegrensde,overweldigende of mateloze karakter kunnen vernietigen. Ze fascinerenons en trekken ons aan, maar ze boezemen ook, en niet zonder reden,angst in.’ Ook hier wordt seks geëxternaliseerd en gemaakt tot een‘ding’, een kracht die buiten je staat. De Mul reïficeert seksualiteitdus, zoals Wieringa dat met de begeerte doet. Beide maken deel uit vaneen afstandelijk vertoog over lust en seks. De mens wordt weergespleten in twee helften: de man die geniet van de seks en een andereman die angstig toekijkt.
De vraag is of de begrippen begeerte en seksualiteit ook in dewerkelijkheid bestaan. Je kan ‘begeerte’ of ‘seksualiteit’ geen handgeven, je kunt ze niet aanraken. ‘Verlangen’ en ‘begeerte’ ontstaantussen twee mensen of bij één mens tegenover een ander mens. Het zijngevoelens die door verschillende oorzaken opgewekt kunnen worden en diewel of niet kunnen worden uitgeleefd. Seksualiteit is ook geen massieveoerkracht, maar is het gehele proces van vormgeven van gevoelens vanlust en verlangen tussen individuen. Eigenlijk kun je dus niet sprekenover ‘de begeerte’ maar zijn er heel veel verschillende begeertes, éénvoor elk individu en voor elke seksuele gelegenheid.
De ‘leegte’ waar Wieringa het over heeft ontstaat volgens mij vooralals je dat andere individu niet wil kennen. Op het moment dat je jeafsluit van de ander, haar objectiveert, ontstaat een toestand vanvervreemding. Die vervreemding werpt je op solipsistische wijze opjezelf terug: de seksualiteit die je niet werkelijk kon beleven omdatje je niet openstelde voor de ander wordt tot een groot,verschrikkelijk subliem ding gemaakt. De angst voor de ander wordt deangst voor ‘de begeerte’. Het begrip wordt opgeblazen tot mythischeproporties. Daarom zijn het meestal mannen voor wie seks altijd zonegatief voorkomt. Want het eerder besproken machistische discours,waarin seks een middel is om je ego op te vijzelen ten opzichte van een(denkbeeldige) groep mannen, maakt het moeilijk om je gevoelsmatig opente stellen voor anderen en voor de gezamenlijke beleving, dieseksualiteit toch eigenlijk is. Het haalt ook het individuele van degebeurtenis af en integreert de gebeurtenis al tijdens de daad, in hetvertoog van de groep.
Nu kan men altijd tegenwerpen dat dit een wel zeer essentialistischemanier van het definiëren van seksualiteit is. De schrijver van ditblog legt zijn persoonlijke gevoelens en waarden (authenticiteit,echtheid, gezamenlijke beleving) op aan anderen, maakt ze zelfs tot eenuniversele, dwingende waarheid. Voor we het weten gaat hij onspaternalistisch voorschrijven hoe we seks moeten hebben en seks moetenverbeelden! In wat voor opzicht moeten we meer geloof hechten aan hemdan aan Heleen van Royen of Arie Boomsma van de EO, die immers ieder een bepaalde interpretatie van seksualiteit voorstaan?
Ik kan daarom als antwoord proberen objectieve criteria te vinden:het onderzoek, de psychologie en seksuologie induiken. Het ontologischeprobleem is echter dat zodra je de objectiviteit induikt je nu preciesdatgene doet wat ik bekritiseer, namelijk afstandelijk oordelen. Jeschuift je persoonlijke normen en waarden opzij en kijkt naar de zakenzoals ze zijn. Dan kom je waarschijnlijk tot een heel liberaal oordeel:mensen verschillen nu eenmaal, wie zijn wij om ze te beoordelen, zolanghet niet om criminele activiteiten gaat mag iedereen doen wat hij ofzij wil. Met als resultaat een doorwoekeren van platte, ongeinspireerdeseksreclames op televisie, voor vrouwen vernederende afbeeldingen opbillboards en het seksistische voorbeeld voor jongeren in de gemiddeldehiphop clip. Maar door te objectiveren negeer je het gevoelsmatige deelvan de discussie, terwijl dat net de kern is van seksualiteit, het gaatom een gevoel!
Om eerlijk te zijn heb ik geen God of Grote Ander nodig in de vormvan een bijbel of resultaten van wetenschappelijk onderzoek om mij tevertellen hoe ik over seks zou moeten denken. Wel luister ik graag naarpersoonlijke verhalen van mensen: hoe beleven zij seksualiteit, watvoelen zij precies? Ik geloof dat de afwezigheid van een positiefideaal over seksualiteit heeft geleid tot de pornoficatie van desamenleving zoals die nu is. Het liberale denken heeft daar geenantwoord op. De EO heeft wel een positief ideaal (seks moet altijd gepaard gaan met liefde) maar ook dat is het mijne niet.
Ik postuleer dat seks echt moet zijn, doorvoeld en intersubjectief.Het moet een gebeuren zijn tussen twee mensen die elkaar als subject enniet als object behandelen. Daar kun je het mee eens zijn of niet. Jekunt het bestrijden vanuit je eigen gevoel. Maar belangrijk is dat hetonderwerp is van gesprek, van discussie. Wanneer we als samenleving eenbeleid over seksualiteit willen voeren, dan moeten idealen overseksualiteit op een lege plek staan, waarbij voortdurend onderdiscussie staat welk ideaal –tijdelijk- op die plek mag zitten.Seksualiteit moet wederom gepolitiseerd worden, zoals het dat in dejaren ’70 was. Ik wil daarom geenszins de universele essentie van seksblootleggen, ik wil slechts een voorzet doen richting een debat overdat ideaal. Een debat dat ditmaal niet afstandelijk is. Waarbij weonszelf niet verliezen in slap relativisme, maar durven oordelen endaar consequenties uit te trekken.
Want er is behoorlijk wat af te dingen op het overheersendeobjectiverende en afstandelijke vertoog over seks. Ik heb hierbovenbeschreven hoe het kan leiden tot een zekere vorm van vervreemding, dieterugkomt in de culturele verbeelding en reïficatie van seksualiteit.Het is de vervreemding die in extreme vorm is terug te zien bij PatrickBateman in American Psycho. Voor hem is niet alleenseksualiteit, maar zijn ook andere mensen verworden tot dingen waaroverhij heerst, die alleen maar tellen voor zover ze bijdragen aan zijnego. In een overdreven en extreme vorm vertegenwoordigt hij eenbepaalde houding, een specifiek discours ten opzichte van seksualiteiten tegenover vrouwen dat heel veel mannen in de verte zullen herkennen.Laten we dat op zijn beloop, of gaan we over dat vertoog met elkaar indiscussie?
Hallo Nemo,
als je echt iets nieuws wilt brengen, breng dan een stuk over de manier waarop ook vrouwen op dezelfde manier sex beleven en met mannen omgaan; ik zeg uit ervaring dat mannen en vrouwen niet verschillen,
groet,
Gio