Het verlangen naar overgave

Tonight
I’m in the hands of fate
I hand myself
Over on a plate

Now

Oh little girl
There are times when I feel
I rather not be
The one behind the wheel

Depeche Mode

‘Behind the wheel’ heet het inmiddels al zo’n 20 jaar oude nummer van de band Depeche Mode waarin het verlangen van ik-figuur (waarschijnlijk een man) om zich volledig over te geven aan zijn ‘kleine meisje’ wordt bezongen. De romantische en sadomasochistische tekst beschrijft hoe deze man soms het gevoel heeft dat hij niet ‘de persoon achter het stuur wil zijn’. Die zin kan je op twee manieren interpreteren: je kunt hem verklaren als een omkering van de traditionele verhoudingen. Niet meer de man is dominant, maar de vrouw. Je kan de uitdrukking ‘achter het stuur’ echter ook anders lezen. Misschien verwijst de analogie van de ‘auto’ die bestuurd wordt wel niet naar de relatie tussen twee mensen, maar naar het zelf van de man, het eigen ‘voertuig’. Hij verlangt naar het opgeven van zijn ‘auto’nomie.

De Verlichting is er altijd op gericht geweest om mensen autonoom te maken. Ze allereerst te emanciperen van de onderwerping aan feodale, religieuze en bijgelovige denkbeelden. Later, in de meer links-radicale manifestaties van de Verlichting, ging het ook om de emancipatie van onderworpenheid aan kapitalistische, koloniale en patriarchale overheersing. De veronderstelling is altijd geweest dat mensen gelukkiger zijn als ze over zichzelf kunnen beschikken. Het ideaal is een individu dat zelf bepaalt hoe hij of zij zijn of haar leven inricht en in de gemaakte keuzes niet afhankelijk is van anderen. Dit individualisme is ook doorgedrongen in de wijze waarop we relaties met elkaar aangaan. Het ouderwetse huwelijkscontract waarin twee mensen elkaar beloften doen (en de vrouw zich in de klassieke zin ‘geeft’ aan de man) is uit de mode. Het huwelijk bestaat nog wel, maar is gezien het hoge aantal scheidingen eerder een leuk ritueel dan dat de gemaakte beloften ook serieus worden genomen.

Waar kom het verlangen uit het nummer van Depeche Mode dan vandaan? Is het domweg een perversiteit, een fetisj met machtsverhoudingen, die je niet helemaal serieus moet nemen? Je ziet deze verlangens echter op meer plekken terug. Een tijdje terug schreef Marian Slob in NRC Handelsblad een artikel over ‘foute fantasieën’. Zij doelde daarin op de fantasieën van vrouwen die je vooral terugziet in liefdesromannetjes uit de Bouquet-reeks. Deze handelen vaak over vrouwen die smachten naar aantrekkelijke, dominante mannen. Fantasieën die volgens Marian Slob ‘fout’ zijn omdat ze ouderwetse rolpatronen bevestigen en vrouwen dus in een onderdanige, afhankelijke positie houden ten opzichte van mannen. En dat is verkeerd, want afhankelijkheid is niet autonoom en maakt je dus niet gelukkig. Slob probeert daarom die fantasieën bij zichzelf te controleren en te beperken.

Slob heeft gelijk dat een afhankelijke houding in de maatschappij inderdaad onverstandig is. Vrouwen (of mannen) die zich zo opstellen en bijvoorbeeld financieel afhankelijk zijn van een partner, komen in een moeilijke situatie terecht zodra de relatie niet meer werkt. Na de scheiding hebben ze geen werkervaring opgebouwd, of sociale verzekeringen, pensioen, enz. Als ze ook nog kinderen hebben is de ramp compleet. En dat geldt niet alleen voor het huwelijk: in veel gevallen is afhankelijkheid een houding die maakt dat je je eigen levensgeluk teveel afhankelijk maakt van iets oncontroleerbaars dat buiten je staat. Je gedraagt je dan kinderlijk, onvolgroeid.

De linkse psychoanalyticus Erich Fromm noemde een relatie tussen twee mensen waarbij sprake is van afhankelijkheid een symbiotische relatie. Een symbiotische relatie heeft een masochistische (onderworpen) en een sadistische (overheersende) component. Beide onderdelen van de symbiose zijn echter niet autonoom: ‘De masochistische mens hoeft geen beslissingen te nemen, hij hoeft geen enkel risico te lopen; hij leeft in verbondenheid, is nooit alleen, maar hij is niet onafhankelijk, hij heeft geen integriteit, hij is nog niet ten volle geboren.’ Volgens Fromm was de symbiose een verkeerde manier van mensen om zich te verzoenen met de menselijke conditie. Hij spreekt ook van een ‘angst voor vrijheid’ of zelfs ‘vlucht van de vrijheid’ en ziet autoritaire regimes als die van nazi-Duitsland als een resultaat van het verlangen naar symbiose.

Interessant is ook op wat voor verschillende terreinen Fromm het masochisme allemaal terugziet: ‘Er bestaan vormen van van zich masochistisch overleveren aan het noodlot, aan ziekte, aan het stampende ritme van overdonderend luide muziek. In al deze gevallen geeft de mens zijn zelfstandig oordeel, zijn vrije wil, zijn geestkracht prijs en maakt zich tot instrument van iemand of iets buiten zichzelf. Hij hoeft het levensprobleem niet meer zelf op te lossen door het inzetten van zijn eigen creatieve vermogens.’ Voor Fromm is autonomie iets waar je je als mens dus op elk moment van bewust moet zijn. Elke vorm van overgave is verkeerd, of het nu een religieuze extase is of het je zelf volledig laten gaan tijdens een dansfeest. Steeds moeten we beheerst zijn en onze foute verlangens remmen. Want we worden alleen maar gelukkig als we voortdurend, altijd en overal, autonome individuen zijn. Toch?

Mij lijkt de ideale wereld van Fromm en Slob eigenlijk helemaal niet zo’n gelukkig paradijs. Hun denken is doordrongen van het maakbaarheidsgeloof van de Verlichting. Alsof elke vorm van overgave per definitie verraad is, regressie naar een voor-verlicht en kinderlijk stadium. Hun strenge moralisme doet mij koel aan. Het is immers heerlijk om jezelf af en toe helemaal over te geven, ook al is het aan een foute film of boekje, aan stampende dansmuziek of zelfs aan een ander mens. Het draagt bij aan je levensgenot om zo nu en dan je beheersing even op te geven. Belangrijk is alleen dat het niet ziekelijk wordt, dat je jezelf er niet permanent in verliest.

Er is denk ik wel een mogelijkheid om de tegenstelling tussen de noodzaak van autonomie aan de ene kant en het verlangen naar overgave aan de andere kant te overstijgen. Interessant is daarbij om te kijken naar de meest extreme vormen van overgave, namelijk in de vorm van een Dominant/submissive (BDSM) seksualiteit. Hierin wordt het seksuele spel door middel van afspraken ingekaderd. Beide deelnemers gaan akkoord met een soort van contract (soms zelfs op papier) waarin staat omschreven dat binnen een bepaalde periode de één zijn of haar autonomie volledig overdraagt aan de ander (overigens worden er ook ‘stopwoorden’ gedefinieerd waarmee het seksspel onmiddellijk onderbroken kan worden). Het gaat daarbij om het vrijwillig opgeven van de zelfstandigheid, met andere woorden een ‘autonome afhankelijkheid’ of een ‘overgave vanuit autonomie’. Je zet daarbij een kader om het seksspel heen, om het te onderscheiden van de rest van je ‘autonome’ leven. Een eiland van symbiose in een zee van autonomie. Juist door deze afspraken zo expliciet te benoemen voorkom je dat deze overgave uit de hand loopt en dat je je er niet in verliest, terwijl je toch een bepaalde kant van je persoonlijkheid laat genieten.

Die oplossing is eigenlijk zo vreemd nog niet. Onze overgestructureerde en op individualisme gebaseerde samenleving stimuleert regelmatig het tegenstrijdige verlangen om juist even uit de bekende rollen te stappen. Om bijvoorbeeld als supporter bij een voetbalwedstrijd één te worden met de massa, om mee te huilen bij de begrafenis van André Hazes of om je een avond eens flink te laten vollopen in de kroeg. Om al die sociale bezigheden zitten kaders, het zijn vormen van ‘theater’ gebonden aan een bepaalde afgesproken tijd, plaats en handeling. Op die manier perken we ze in in hun mogelijk minder positieve consequenties. Waarom zouden we dat niet kunnen doen met individuele verlangens, zelfs al zijn het ideeën over onderworpenheid in romantiek en seks? De kracht van het liberalisme is altijd het scheiden van zaken geweest: kerk en staat, privaat en publiek, markt en staat. Volgens mij is het mogelijk om ons autonome handelen te scheiden van ons verlangen naar overgave.

Het leven wordt veel prettiger en fijner als je jezelf zo nu en dan toestaat je over te geven aan pleziertjes. Ook al zijn die misschien tegenstrijdig aan je principes. Want in hoeverre is een mens zelfstandig als die zich altijd volledig ‘overgeeft’ aan de eigen principes? Ook dat is een vorm van masochisme die niet je hele leven moet gaan overheersen. Want af en toe even afstand doen van het ‘stuur’, betekent nog geen ‘stuurloosheid’. Het kan veel genot en geluk opleveren om even ‘passagier’ van ons eigen leven te zijn. En daar doen we het tenslotte allemaal voor. Om gelukkig te zijn.

3 gedachten over “Het verlangen naar overgave

  1. Da’s een flinke log. Vergeef me dat ik niet de tijd heb het helemaal door te lezen.

    Interessant onderwerp, herkenning, en mooi voorbeeld van Depeche mode (wat ik overigens een goede band met vrij stevige lyrics vind)

  2. En dan nog het gegeven dat in bepaalde culturen afhankelijkheid, of liever, overgave juist hoog in het vaandel staat. Overgave aan je lot bijvoorbeeld. Bij ons zijn het de helden die maar blijven vechten.

  3. Interessant stuk dat ik moet laten bezinken. Voor mij geldt overigens; ik heb het nodig me soms over te geven in een D/s relatie zodat ik me niet zwalkend, dus stuurloos voel op de levenszee. Het geeft me een gevoel van vrijheid en kracht.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s