Seks, fantasie en Bourgondiërs

Er zijn mensen, die veel van eten houden. Ze noemen zichzelf Bourgondiërs, of levensgenieters. Ze houden zich uitgebreid bezig met hun maaltijden, de ingrediënten, de kwaliteit daarvan. Ze kunnen er uren over praten. Je vindt ze veel in Brabant en Limburg, tussen katholieken en celibataire priesters. Dat laatste brengt me op een interessante vraag: wat is het verband tussen voedsel en (gebrek aan) seksualiteit?

Eten is een primaire drift. Je lichaam heeft domweg brandstof nodig. Als je lang niet hebt gegeten, krijg je honger. Dan loopt het water je in je mond bij de gedachte aan een dampend bord vol met gastronomisch genot. Maar ook bij de gedachte aan minder verfijnd voedsel, zoals een bak patat met een klont vettige mayonaise. De behoefte vult een tekort aan. Zoals een warm, zacht bed heerlijk is na een lange ongemakkelijke vliegreis. Of de opluchting om een paar ongemakkelijke schoenen uit te doen nadat je er te lang op hebt gelopen.

Mensen vergelijken de behoefte aan eten, slapen of comfort wel eens met de behoefte aan seks. Seks is volgens mij echter iets anders. Natuurlijk is er een diepe drift, een geilheid, die naar ontlading zoekt. Het vreemde is echter dat we seks eigenlijk niet direct kunnen beleven. De beleving van seksualiteit wordt altijd bemiddeld door fantasie. De Sloveense denker Slavoj Zizek heeft het bijvoorbeeld in zijn Pervert’s guide to cinema over een soort van gewaarwording die je wel eens tijdens de seks kan hebben: ‘Wat ben ik nu eigenlijk aan het doen? Waarom voer ik die vreemde repetitieve bewegingen uit?’. Ineens is het alsof je buiten je eigen fantasie staat. Op zo’n moment lijkt de seks op niets meer dan een opeenvolging van handelingen. Iets wat je niet opmerkt als je helemaal in je erotische droom zit. Vergelijk dat nu eens met eten. Niemand zal zich ooit tijdens het eten afvragen wat hij eigenlijk aan het doen is. Eten is direct, het is onbemiddeld. Seks is een bemiddelde ervaring.

In dat opzicht heeft seks wel overeenkomsten met de consumptiedwang van de moderne wereld. Ik loop al een tijdje met de gedachte om een nieuwe Apple computer te kopen. Nu heb ik al een iBook en ook een pc, dus heb eigenlijk niets nodig. Toch wil ik ook nog een iMac of op zijn minst een Macmini erbij. Ik fantaseer voortdurend hoe dat zou zijn, zo’n glanzend wit ding op mijn bureau. Van die gedachte gaat een prikkeling uit. Ik kan met veel plezier langs de Mac-site surfen en me verlekkeren aan die machines. Of nog sterker, door de Apple store lopen en ze aanraken. Vanwaar dat genot? Ik geloof dat ik slachtoffer ben van zo’n fantastische zeepbel. Pas door middel van de droom kan ik genieten van en verlangen naar zo’n aankoop.

Dat de fantasie precair is mag duidelijk zijn. Kijk maar eens naar Apples van 20 jaar geleden. Ooit zou ik misschien dezelfde fantasie gehad hebben over die machines, maar nu zijn ze hopeloos ouderwets (al kun je daar natuurlijk een soort van retro-fantasie omheen bouwen, maar daar wil ik het nu niet over hebben). Een fantasie is dus gedeeltelijk maatschappelijk geconstrueerd (reclame, marketing) en heeft ook een tijdelijke doorlooptijd. Na verloop van tijd zal mijn Mac me gaan vervelen. Dan is het net alsof je tijdens de seks ineens denkt: ‘wat ben ik nu in vredesnaam aan het doen?’. Er zal weer een verlangen ontstaan naar meer.

Het enige dat immanent aan die koopdwang is, is het verlangen. Mensen bestaan uit verlangen, uit een gemis dat steeds weer opgevuld moet worden. Dat is de reden dat wij dingen doen, dat mensen meer uitvoeren en meer willen dan alleen maar eten, slapen en orgasmes hebben, zoals dieren. We hangen er alleen voortdurend een ander fantasiescherm voor. De consumptiemaatschappij speelt daar handig op in.

Overigens is er natuurlijk een verschil tussen seks en consumptie. Bij seks is er wel degelijk sprake van een oerdrift, de behoefte aan ontlading die gerealiseerd wordt, zij het via de bemiddeling van een erotische of romantische fantasie. Bij consumptie wordt er helemaal niets ontladen. Er is geen orgasme. Freud geloofde dat we onze driften konden sublimeren, maar dat gebeurt nooit helemaal volledig. Bij de ‘bevrediging’ van het consumptief verlangen blijft altijd een licht, half-onderdrukt gevoel van teleurstelling hangen. Het is dan ook handig om aankopen, zoals mijn verlangen naar een Apple, zo lang mogelijk uit te stellen.

En hoe zit het dan met die Bourgondiërs? Naar mijn idee zijn die levensgenieters helemaal niet bezig met eten. Ze zijn vooral bezig met het uitbeelden van een ingewikkelde fantasie, een fetisj in zekere zin. De seksuele drift hebben ze echter verruild voor die van de behoefte aan voedsel. Dat is eigenlijk heel vreemd, omdat, zoals ik eerder aangaf, de consumptie van voedsel direct is en geen fantasie nodig heeft. Maar door die banale drift te romantiseren, hebben ze minder last van het gevoel van teleurstelling dat allerlei andere aankopen wel opleveren. Na het eten is de buik vol, er is gezelligheid, tevredenheid. Eten is in dat opzicht een manier van sublimatie die geen marketeer of kunstenaar kan evenaren. Dat hadden die celibataire priesters goed gezien.

2 gedachten over “Seks, fantasie en Bourgondiërs

Laat een reactie achter op Omnigo Reactie annuleren

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s