Spirituelen en koeien

Met veel plezier lees ik altijd de stukjes van Marjoleine de Vos. Zij is columniste voor NRC Handelsblad evenals voor Happinez en schrijft over diverse onderwerpen zoals filosofie, spiritualiteit, religie maar ook bijvoorbeeld over (verantwoord) koken. Haar columns zijn meestal een zeer persoonlijke worsteling met existentiële vragen als ‘hoe kan ik gelukkig leven terwijl er zoveel mensen honger lijden’, ‘Hoe kan ik rust vinden vanuit mijn stressvolle bestaan’ enz enz. Precies de vragen waar de nieuwe spirituelen ook mee zitten.

Ik wil even met wat meer aandacht kijken naar twee columns van haar: één in NRC Handelsblad van afgelopen maandag, en één in de meest recente Happinez. Ze zal de onderwerpen zeker afstemmen op het medium, want de column in NRC is iets meer maatschappelijk getoonzet terwijl die in Happinez vooral over haarzelf gaat. In NRC maakt ze zich vooral zorgen over haar geluksgevoel bij het idee dat ze bij een te bezoeken groothandel kan kiezen uit 40 soorten azijn. En deze euforie vergelijkt ze dan met ‘de toestand in de wereld’ . Nu kan ik me moeilijk voorstellen dat iemand gelukkig wordt van 40 soorten azijn. Ik zou er heel zenuwachtig van worden en ten ondergaan aan keuzestress. De Vos blijkbaar niet. Aan het einde van haar column komt ze tot de conclusie dat ‘permanent ongelukkig te zijn in het besef van ellende – dat levert weinig op.’ Ze doet wat ze kan en voor de rest geniet ze er zoveel mogelijk van. Ter ondersteuning daarvan citeert ze Prediker: ‘eet je brood met vreugde, drink met een vrolijk hart je wijn.’

In haar column in Happinez beschrijft De Vos hoe ze een koe in de wei kan benijden om zijn rust. Ze schrijft dat ze graag tegen zo’n koe aan zou willen gaan liggen ‘Om het warme leven onder de huid te voelen, het rustige bestaan, het welbehagen van een koe te zijn die in de wei ligt en herkauwt op een mooie zomerse dag.’ De columniste verlangt ernaar om het menselijk bestaan te verruilen voor dat van een koe. Waarom wil ze dat? Dat heeft denk ik te maken met het eeuwenoude filosofische probleem van de mens, dat je als mens altijd méér wil, verlangt naar iets anders, iets extra’s. Nietzsche noemde de mens het ‘onafgemaakte dier’, omdat het menselijk bestaan nooit helemaal rond, helemaal harmonisch is. Er is altijd een opening en dat is het verlangen. Het verlangen is de barst in het menselijk bestaan, de onevenwichtigheid die ons tegelijk mens maakt. We zoeken altijd naar een onmogelijk genieten ergens achter de horizon, onmogelijk omdat elke keer als we onze verlangens denken te hebben gerealiseerd, we weer meer willen. Lacan noemde dat onmogelijke genot ‘jouissance’. En ondanks dat afwijkende in de mens, blijven we toch onderdeel van de natuur, met onze driften en onze behoeften: we moeten eten, drinken, slapen, seksen. Net als dieren. Erich Fromm formuleerde die menselijke conditie heel mooi: ‘Man is set apart, while being a part’.

Terug naar De Vos en al die nieuwe spirituelen die met haar eigenlijk liever een koe willen zijn. Die gewoon willen genieten van het leven, lekker willen eten en drinken en zich niet druk maken over al die narigheid in de wereld en in hun persoonlijke leven. Die ontsnappen willen aan dat voortdurende verlangen naar meer en liever willen ‘leven in het nu’. Dat is natuurlijk heel begrijpelijk, ‘mens-zijn’ is niet gemakkelijk, het is vermoeiend, ingewikkeld, onduidelijk, beangstigend. Maar aan de andere kant houdt mens-zijn ook het potentieel in om prachtige dingen te bereiken, om de wereld werkelijk te veranderen, om kunst te maken, schoonheid te beleven, lief te hebben, inzichten te krijgen, te fantaseren en te dromen. Het koe-zijn dat De Vos zo idealiseert, heeft ook een andere kant. Dat van het kuddedier dat ingezet wordt voor productie. Aan de lopende band gemolken worden, geregistreerd zijn met een groot geel merk in je oor en uiteindelijk volgzaam naar de slachtbank geleid worden ter bevrediging van de honger van ‘anderen’. En dat is wat we uiteindelijk worden als we ‘leven in het nu’. Terwijl we denken onszelf bevrijd te hebben van het verlangen worden we alleen maar meer onderdeel van de grote productiemachine.

De koe staat hier eigenlijk voor de jouissance van de nieuwe spirituelen. Het verlangen naar het koe-zijn van De Vos bevat in zichzelf ook weer het geloof aan een ultiem genot, het genot van het het niet-verlangen. Maar is dat werkelijk wel zo fijn? We kunnen het niet weten omdat het onmogelijk is het te voelen. De Vos vertelt in haar column in Happinez dat ze na de dood van een vriend eindelijk is gaan voelen hoe ze simpel kan bestaan, zonder te verlangen. Toch spreken al haar columns dat tegen. Dat blijven worstelingen met de wereld. En dat is maar goed ook. Want in een verlangenloze ‘koeiige’ staat zou ze geen columns of gedichten meer schrijven. Geen stukjes over verantwoord koken zouden meer uit haar pen komen. En dat zou toch jammer zijn, want ik lees haar graag.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s