Spirituele politiek (2)

In mijn vorige stuk opperde ik dat er een enorm potentieel voor de linkse partijen zou kunnen liggen bij de zogenaamde ‘nieuwe spirituelen’, de toenemende groep mensen op zoek naar authentieke, verlichtende ervaringen. De vraag is natuurlijk: biedt die spiritualiteit werkelijk een mogelijkheid tot maatschappelijke revolte, of doet deze niets anders dan de bestaande rat-race, het doorgedraaide neoliberale kapitalisme te ondersteunen? Is dagelijkse meditatie bijvoorbeeld niet iets dat ons juist klaarstoomt om nóg meer te werken, nóg meer te produceren? Is de herhaalde roep om te ‘leven in het nu’ juist niet de perfecte manier om elke werkelijke kennis over de maatschappelijke omstandigheden te ontlopen, om rondjes te draaien als een goudvis in zijn kom en dat nog prettig te vinden ook omdat we telkens weer vergeten dat we steeds hetzelfde rondje zwemmen?

Yoga en opium
Een blik op het laatste nummer van Happinez voorspelt niet veel goeds. Het in vrolijke kleurtjes vormgegeven magazine behandelt bijvoorbeeld de yoga-filosofie van swami Umesh Yogi ‘Als je om je heen kijkt, dan zie je dat de natuur zonder moeite is gecreëerd. De natuur doet geen moeite er zo mooi uit te zien. Zij is zo.’ Vervolgens vertelt de  swami dat de mens een en al strijd is en dat dat komt omdat onze ‘perceptie’ incompleet is. De oplossing hiervoor is meditatie. Nu is de redenering van deze Yoga-adept behoorlijk aanvechtbaar. De natuur is immers niet ‘zonder moeite gecreëerd’ maar uit strijd ontstaan en nog steeds vol van strijd. De natuur heeft een wrede en meedogenloze kant, dieren vreten elkaar op, vermoorden soms hun eigen jongen, planten en bomen vechten om een paar zonnestralen. De swami laat zich verblinden door de schijnbaar harmonische uitstraling van de natuur op een mooie lentedag en probeert dat gevoel over te brengen op zijn studenten. Als je maar afstand neemt van de werkelijkheid, als het ware een perspectief vanaf een berg neemt, dan ziet alles er vredig uit en vergeet je het gewelddadig krioelen. De ‘perceptie’ van Umesh Yogi is in wezen opium. Opium voor de gespiritualiseerde middenklasse, die na meditatie weer fijn aan het werk kan.

Is het alleen maar verdoving waar deze middenklasse naar op zoek is? Is de ‘spiritualiteit’ die ze trachten te vinden niets anders dan een moment van rust tussen de hectische arbeid door? Of het creëren van een geïdealiseerd zelfbeeld waarin alles in je leven ‘zin’ heeft, mooier is dan de dagelijkse gang naar het werk, de kantoren met hun flikkerende beeldschermen? Ik vond de column van Susan Smit in dezelfde Happinez zeer interessant, omdat deze wat zegt over de zelf-perceptie van de nieuwe spirituelen.

Flexibel spiritualisme
In deze column doet Smit een tweetal belangrijke dingen. Zo rekent ze zichzelf expliciet tot de groep ‘nieuwe spirituelen’, maar wijst ze het label van een ‘gelovige’ af: ‘Iets aannemen omdat het toevallig in een heilig boek staat, of omdat het zo prachtig en verheven klinkt, lukt mij niet. Ik onderzoek, avonturier, experimenteer en de inzichten die ik daarbij opdoe, integreer ik in mijn levensbeschouwing. Dat heeft weinig met geloven te maken.’. Verderop zegt ze: ‘ik wil flexibel zijn, mijn overtuigingen steeds opnieuw aanpassen aan nieuwe inzichten’. Het is grappig te zien hoe Smit het jargon van het moderne flexibele kapitalisme moeiteloos toepast op haar spirituele leven. Zoals de moderne flexwerker van baan naar baan hopt, zich overal aanpast en voortdurend openstaat voor nieuwe ondernemingen, zo zijn de nieuwe spirituelen in staat om te hoppen van regressietherapie naar yoga, en van daar naar tarotkaarten leggen en Indiaanse zweethutten. Ze binden zich niet meer aan één geloofsovertuiging (zoals in het oude kapitalisme de werknemer loyaal was tegenover een werkgever waar je soms je hele leven carrière maakte) maar trekken rond als spirituele nomaden en gebruiken wat hen van pas komt.

Ik wil deze houding niet bij voorbaat veroordelen. Mijn eigen verhouding tot filosofie is vergelijkbaar, ook ik gebruik wat mij van pas komt. En dezelfde vormen vind je terug bij het leven van de zogenaamde ‘happy single’. Uiteindelijk is dit zwervende bestaan tegenwoordig onontkoombaar, omdat economische verhoudingen voor een groot deel onze culturele uitingen determineren. Werk is zo belangrijk, je bent er zo’n groot deel van je leven mee bezig, het kan niet anders dan dat de structuur van je werk ook invloed heeft op je uitingen en ook op je denken zelf. Maar wat nu als je in dit nomadische bestaan inzichten opdoet, die niet zo prettig zijn? Je bewust wordt van ‘waarheden’ die keihard zijn en zich niet op de pastelkleuren van Happinez laten afdrukken? Wat dan? Incorporeer je die ook in je levensbeschouwing en doe je er iets mee, of ga je ze uit de weg, door bijvoorbeeld nog maar even in meditatie te gaan bij swami Umesh Yogi?

Werkelijke spiritualiteit
De vrolijke flexwerker, de happy single, de zoekende spiritueel, allen worden ze geconfronteerd met de donkere kant van het leven. De flexwerker wordt ontslagen en ontdekt in een periode van recessie dat hij of zij geen baan meer kan vinden. Of wordt uitgebuit met een laag salaris en slechte secundaire arbeidsvoorwaarden. De flexwerker is monddood, want heeft totaal geen invloed op besluitvorming. Als je het er niet mee eens bent, dan zoek je toch een andere werkgever? De happy single is meestal niet zo happy en ondervindt de nadelen van een bestaan waarin niemand zich meer durft te binden. En de zoekende spiritueel wordt geconfronteerd met de leegte van sommige therapieën, de harde, commerciële kant maar eveneens met haar eigen onvrede, omdat zij maar blijft zoeken.  Het is de bewustwording van dat onvervulde dat toegang geeft tot werkelijke spiritualiteit. Het universele besef dat je als mens altijd iets zal blijven missen, dat er altijd strijd is en dat elke schijnbare harmonie verstoord wordt door iets dat niet klopt, iets wat het totaalbeeld ontwricht. Juist het bewustzijn van die onevenwichtigheid geeft een werkelijk perspectief op het zelf.

Spiritualiteit en politiek
Dat is allemaal prachtig, zal de oplettende lezer denken, maar in wat voor opzicht leidt deze universele waarheid nu nog tot politiek verzet? Het besef van de gespletenheid van het zelf is van alle tijden, dat vind je al terug in de mythe van de verdrijving van Adam en Eva uit het paradijs. Mijn redenering is dat de gefragmenteerde leefsituatie in de periode van het flexibele kapitalisme meer dan ooit de mens prijsgeeft aan de onvolledigheid van zijn natuur. Als we niet vluchten in holle ideologieën en verdovende therapieën dan blijft alleen de ontstellende eenzaamheid en onzekerheid van de moderne tijd over. De onvolledigheid van alle new age inzichten en de lange tocht langs alle nep-verlossers drukt ons met de neus op het gebrek aan structuur en vastigheid in deze van economische groei bezeten wereld.

Ik bepleit geen terugkeer naar de tijden van weleer, maar geloof wel dat wil er enige rust komen op de andere vlakken van ons leven, ook het spirituele vlak, er eerst aan de bodem, in de ‘onderbouw’, veranderingen moeten worden doorgevoerd. Het economisch systeem zou zo moeten functioneren, dat het mensen in staat stelt om werkelijk de confrontatie met het bestaan aan te gaan, zonder voortdurend te worden aangetast in hun bestaanszekerheid en zonder zich altijd maar ‘flexibel’ te moeten opstellen, met andere woorden, zich voortdurend hoeven te conformeren aan de wensen van een werkgever, de markt of de krampachtig activerende overheid. Dit zal de tragische kant van de menselijke conditie vrees ik niet oplossen. Maar geeft ons wel de kans om de confrontatie ermee aan te gaan en zo werkelijk spiritueel te leren leven.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s